Bel ons
Bel direct voor een offerte
Bel 0348 - 474 664

Aanleverspecificaties

Om de kwaliteit van het drukwerk te garanderen, hebben we een aantal aanleverspecificaties opgesteld waaraan de bestanden moeten voldoen. De aanleverspecificaties voor het drukwerk zijn hieronder in PDF te downloaden. Ook vind je per onderwerp in tips en adviezen hoe het drukwerk aan te leveren.

Tips en adviezen

Wij raden aan om bestanden voor drukwerk op te maken in Adobe InDesign of Adobe Illustrator en het bestand als drukklare PDF bestanden aan te leveren, weggeschreven onder PDF profiel PDF/X-1a:2001. Pas eventuele compressie van afbeeldingen toe tot 300 DPI en kies voor JPG/Maximaal. Kies het juiste kleurprofiel. Let op: zet steunkleuren niet om naar CMYK en gebruik nooit een wachtwoord of versleuteling op je PDF.

Kies je voor een spot lak of foliedruk? Dan dien je deze afwerking aan te merken met een steunkleur die op ‘overdruk’ staat en bovenop je ontwerplaag staat. Evenals de contourlijnen spaart het zo niets uit jouw ontwerp uit en krijg je het beste resultaat. Let op: spot lak of foliedruk kent géén percentages. Gebruik dus altijd 100% van de inktdekking van de steunkleur. Maak voor het gemak je steunkleur 100% magenta (C0, M100, Y0, K0) zodat deze goed opvalt.

Plaats toegepaste beelden in de opmaak met een resolutie van 300 DPI. Omdat dit niet in alle gevallen mogelijk is, hanteren wij een minimale resolutie van 150 DPI. Bestanden met een resolutie onder de 150 DPI raden wij te alle tijden af. Je kan je resolutie in de meeste programma’s controleren door de afbeelding te selecteren en de effectieve PPI te bekijken. Ingestelde resolutie noemen we werkelijke PPI, effectieve PPI is de DPI waarde die je afbeelding heeft nadat jij hem hebt geplaatst. Deze verschilt in de meeste gevallen. Sommige programma’s bevatten een pre-flight, dit is een manier om de resolutie te controleren tijdens het opmaken.

Wanneer je ontwerp een afwerking heeft, ontvang je van ons meestal een stanstekening. Deze lijntekening staat bovenaan je lagen en heeft een eigen steunkleur. Heb je twee soorten contourlijnen, dan is het raadzaam deze twee verschillende kleuren te geven om het onderscheid goed te zien. Naast dat ze bovenop je ontwerp moeten staan, dienen ze ook op overdruk te staan. Zo worden deze lijnen nooit uit jou ontwerp uitgespaard. Maak voor het gemak je steunkleur 100% magenta (C0, M100, Y0, K0) zodat deze goed opvalt.

Wanneer je kiest voor een full color-bedrukking adviseren wij het ontwerp op te slaan met een kleurenprofiel: Coated FOGRA39 (ISO 12647-2:2004) voor gestreken papier of Uncoated FOGRA29 (ISO 12647-2:2004) voor ongestreken papier. Afhankelijk van het gekozen materiaal en veredeling zoals een laminaat is het namelijk mogelijk dat de kleur iets afwijkt van je wens. Elk materiaal absorbeert de inkt op een andere manier. Een kleurprofiel zorgt voor een zo consistent mogelijk eindresultaat.

De kleuren van je ontwerp kunnen er in het echt anders uitzien, dit is afhankelijk van het gekozen materiaal. Dat komt doordat de inkt die gebruikt wordt bij digitaal en offset drukwerk transparant is. De ondergrond, gekozen materiaal, heeft daarmee invloed op de uiteindelijke kleur. Daarnaast heeft de weerkaatsing van licht invloed op onze perceptie van een kleur, dit wordt beïnvloed door bijvoorbeeld de afwerking zoals het laminaat of de lak die je kiest. Kleuren op een ongestreken materiaal verschillen daarom met een gestreken materiaalsoort.

Afhankelijk van het lettertype raden we een minimale lettertype grootte van 6 pt aan. Als je zeker wilt zijn dat bij de omzetting van jouw bestand naar drukplaten niets fout gaat, zet dan als je tekst om naar lettercontouren.

Gebruik je lijnen en/of strepen? Zorg dan dat deze niet kleiner zijn dan 0,25 pt. Diapositieve lijnen, lichtere lijnen dan de ondergrond, moeten tenminste een dikte van 0,5 pt hebben.

Als je de spotobjecten niet op overdruk zet, worden deze bij het drukken niet bedrukt, maar blijven ze wit (als je een witte papiersoort gebruikt). Als de machine vervolgens de spotlak of andere afwerking aanbrengt, krijg je witte randjes eromheen. Hoe verkom je dit? Bij overdrukken loopt de onderliggende kleurlaag zonder onderbrekingen door en worden de spotobjecten hier letterlijk overheen gedrukt. Zo voorkom je witte randjes of dat je spotkleur niet doorloopt onder de lak.

In veel gevallen werken we met Pantone® kleuren (PMS). Deze 1100 kleuren in de series Solid Coated, Uncoated, Metallic of Neon dien je in te stellen als steunkleur. Hierdoor zien wij welke PMS kleur het bestand bevat. Wil je een PMS als referentie kleur gebruiken, neem dan contact met ons op.

Lees meer over PMS kleuren

Full color bestanden maak je altijd op in CMYK. Staan er nog afbeeldingen of kleuren in RGB, dan worden deze door ons omgezet naar CMYK. We kunnen kleurverschillen bij deze omzetting niet voorkomen, dus we raden je aan om zelf alle RGB kleuren om te zetten naar CMYK. Let wel: de meeste programma’s zetten RGB beelden om in CMYK wanneer je deze exporteert naar PDF.

Lees ook: CMYK vs. RGB: wat is het verschil en wanneer gebruik je wat?

Lever je bestand aan zonder snijtekens en printmarkeringen (printer’s marks). Geef enkel de juiste afloop mee van 3mm of 5mm, afhankelijk van de order. Heb je van ons een stanstekening verkregen, beperk je werkgebied dan tot de maten van de stanstekening en geef enkel de 3mm afloop rondom mee. In sommige uitzonderingen vragen we je om 20mm extra beeld mee te exporteren. Deze ruimte is nodig voor bijvoorbeeld het plakken van randen. Let op, dit komt bovenop de normale afloop.

Lees ook: Wat is schoonsnijden en waarvoor dient een afloopmarge?

Als onze aanleverspecificaties gaan uit van de meest voorkomende items. Uitzonderingen zijn er altijd. In dat geval hoor je dit van ons en zullen wij dit speciaal aangeven.

Wij scoren gemiddeld een 9,7 op basis van 31 beoordelingen Feedback